Om beter te worden én om het fietsen spannend en leuk te houden, is het van groot belang om variatie in je trainingen aan te brengen. Je lichaam wordt tijdens een training ontregeld. Dit moet je daarna weer goedmaken door te rusten. Door voldoende rust te nemen, wordt je steeds sterker. Rust je niet dan kan het zijn dat je door de training juist steeds vermoeider wordt. Joop Zoetemelk zei het niet voor niets: “De Tour win je in bed.”
Supercompensatie
Na een fietstraining is rust erg belangrijk. Door het rusten, kan ons lichaam herstellen en worden we sterker. Dit wordt supercompensatie genoemd. Supercompensatie is binnen de trainingsleer een term voor het fenomeen dat het lichaam na een trainingsimpuls, altijd de neiging heeft om zich te herstellen boven het oorspronkelijk uitgangsniveau (bron: Wikipedia). Het lichaam herstelt zich na een trainingsimpuls tot een hoger niveau dan het ervoor had.
Meer over supercompensatie in een volgend bericht.
Variatie
Je lichaam gaat na verloop van tijd de trainingsprikkels herkennen. De trainingsprikkels moeten steeds groter worden om het effect van supercompensatie te bereiken. Daarom is het belangrijk om variatie in je trainingen aan te brengen. Variatie in snelheid, lengte, tijd, versnelling, type training (bijvoorbeeld alleen maar vlak of veel klimmen). En vergeet niet te varieren in route, want ook dat kan effect hebben, vooral op de geest.
